|
Marie wist niet lekker te bekken:
d'r toetje zat onder de vlekken.
Ze baalde ervan,
want ze vond maar geen man
die een kind bij d'r wilde verwekken.
Ze liet, daar ze wilde charmeren,
d'r vlekken heel slim camoufleren
door 'n naaldkunstenaar.
Die veranderde haar
cratief: hij kon goed tatoeëren.
Het kostte d'r menige duit,
maar ze kreeg zo een bloemrijke huid:
elke vlek werd verbloemd
en ze dacht: ' 'k Word geroemd,'
want ze zag er nu heel fleurig uit.
Ze ontmoette een man in Ameide.
Het klikte meteen tussen beide:
van bil één, twee, drie!
Hij was dol op Marie
en op Does, die hem altijd geleidde.
|