|
Twintig slagen verder dan de nacht zocht ik die avond en de morgen.
Wijzers draaien doller dan mijn ogen - misschien heb ik te kort gewacht
tijd gegeten zonder weten roerend op mijn bed van stro, het hemd
naar zon gericht, nee voel je niet verplicht. Geen woorden over sterren,
handen, dikke vingers met smalle gouden ringen, niets knelt meer dan
dat. Vergeet niet schaduw uit te vegen zodat elk spoor vervaagt,
jagers nimmer zullen vinden. Ik heb je naam verkracht en zwachtels
om mijn striemen, ze kleuren zachter - twintig slagen verder.
|