Dilemma 2
Rosa en ik hebben eenmaal met elkaar de liefde bedreven. Maar die heeft een nooit opgeloste onderhuidse nasleep gehad. Dat is waarom we hier waren, dat besefte ik heel goed. Roosje is een sytematisch mens dat geen losse einden verdraagt. Het moet ordelijk worden bijgeschreven in ons beider geschiedenis, om onbelast verder te kunnen gaan.
Op zich was het heel poëtisch gegaan. We liepen rond middernacht na een late vergadering door het stadsplantsoen. Het was heel donker, want het merendeel van de verlichting was buiten werking. Het was een zomernacht, heel zoel en zwoel. Om ons heen gedempte geluiden. De bankjes waren alle bezet, dus ik nam haar mee in de schaduw van een grote wilgenboom, aan de rand van een vijver. Heel langzaam hebben we elkaar toen verkend. Laag na laag legden we de kledingstukken af en tastten we elkaar af tot we beiden naakt waren. Ik zag haar blanke huid glanzen in het licht van een verre lantaarn. tussen de neerhangende wilgentakken. We zijn de vijver in gegaan en omhelsden elkaar in het lauwe water. Ze leidde mij bij haar binnen en door zachte heupbewegingen bracht ze ons tot een gezamenlijk optimum.
Zo was dat dus toen. We hebben er nooit meer over gesproken, maar nu was het aan ons de voortgang te regelen. Op welke wijze ook, want we waren goede vrienden en konden het de plaats geven die het tussen ons nodig had.
h.