Ik heb je gelezen
Ik heb je gezien
In de stad daar bij dat bankje
Op dat veel te grote plein
Zat jij daar met je zelf
En je eten, jezelf te vergeten
En ik wil dat je ziet
Dat ik daar ook ergens zat
Je moest iets beter kijken
Toen zat je buik vol
Liep je weg
Keek niet achterom
Dan had je me zien staan
Leunend tegen de fontein
Je keek naar hoe mensen
Naar jou keken
Zichzelf met jou vergeleken
De een vond zichzelf te min
Anderen zagen jou wel zitten
Ook waren sommigen te groot
Want jij voelde je klein
Echt bij elke te warme hap
Schrok je van de gloed
Kwamen er steeds meer mensen
Jou tegemoed
En toen ging je weer verder
Ergens naar de stroom, de stoet
Vertrokken gezichten
Verlopen routes
Oude keien en kastanjes
Herfst in de zomer
Je gedraagt je als een zwerver
Daar op dat nieuwe bankje
Nog net geen drank
Maar wel de vragende blik
Voor iedereen een onbekende
Met de uitdrukking van een stil leven
Pas neergezet
Door een vertrokken schilder
Die even een kop koffie ging halen
Ja ik zag jou daar zitten
En weer gaan
Wetend dat je terug zal komen
Soms zal gaan zitten
Aan de overkant
Op het terras
In de zomer
Of eerder nog de lente
Lachend en kijkend naar opzij
We zullen elkaar ontmoeten
Zwaaien en verder naar andere tijden waaien
Mooi aan het vertellen beste man
Ook heb ik wat gelezen en gezien
Toen je daar stond, al leunend
Waternevel en een klein beetje verkleumend
Kijkend naar voren
Naar die jongen zo verloren
Dat deed mij smalen en gaf mij
Weer drie halen