Zij
prikt de ballonnen door
die
ik daarnet nog zag varen.
Zij
verovert mijn luchtruim
met
adembenemende benen.
Ook
zonder stokje balancerend
dansende
marionette op spitzen.
Zo
speelt ze mijn angsten stuk
dolt
met pirouettes vliegpaniek.
Rechts
doemt de Olympus op
in
de vage verte ligt Athene.
Godinnenstranden
liggen braak
voor
viriele golven heldenschuim.
Of
ik iets wil drinken – ja wijn
van
ranken die van aarde trillen
donkerrood
het bloed verhitten
waar
liefde lustoffers plengt.