Hoofdmenu
    Hoofdpagina
    Gedichten
    Auteurs
    Zoeken
    Reacties
    Insturen
    Voorwaarden
    Greencard
    Contact

  Inloggen
 

  Registreren
  Wachtwoord vergeten

  Laatste 35 reacties
 
re: FEESTDiotheC...
re: Lezenwietewu...
re: Lezenwietewu...
re: FEESTSoit
re: FEESTSoit
re: vegannis...MirandaMei
re: FEESTMirandaMei
re: InktDiotheC...
re: Pasen aa...Tsila
re: Inktwijnand
re: vegannis...Erik Le...
re: vegannis...Mr.Deuce
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktBuigt
re: Inktcoolbur...
re: InktDiotheC...
re: Inktwijnand
re: Inktcoolbur...
re: Inktwijnand
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: (G)razen...coolbur...
re: Spokencoolbur...
re: De geur ...Claudel...
re: SpokenClaudel...
re: vegannis...Erik Le...
re: [30-007]...Claudel...
re: Morsewijnand
re: Herderst...coolbur...
re: Nimfomaniakcoolbur...
re: Brozen d...MirandaMei
 Meer reacties

  Laatste 25 gedichten
 
Inktcoolbur...
vegannisatieErik Le...
The African ...Claudel...
Licence to k...Claudel...
I wanna be y...Claudel...
Waar is Stev...Claudel...
alweer bijna...DiotheC...
Con-textdegon valk
Stop de tijd !!Claudel...
Tattoo you Claudel...
Zo'n dagDiotheC...
Een HuisHenk Gruys
herfst 2019augusta
FEESTSoit
Filosoof in ...Claudel...
bewegingenErik Le...
dubbellevenErik Le...
Claude Money?Claudel...
Brothers in ...Claudel...
Beast of bur...Claudel...
VogelsMarkeR
SleutelsHenk Gruys
Renee, remem...Claudel...
ViltjeSoit
Adem voor ad...seline168
 Meer gedichten
Nog Even Geen Rust - slot
Geschreven door Henk Gruys Stuur e-mail Alle gedichten bekijken van deze schrijver

                    Nog Even Geen Rust - slot


    Hij besloot – toch nog iets nieuws voordat hij zich bij haar meldde – terug te gaan via de andere weg. Niet door de Hoofdstraat, maar door de Ehrenstraat: die rustige parallelstraat, met villaatjes, tuinen, balkons en cementen bloembakken naast de voordeuren.
    Pietje ging voort in zijn zware natte jasje, een beetje hijgend, met zijn tas levensmiddelen aan de hand. Zijn hart was niet al te best meer had de dokter gezegd, net als de andere witjassen in het ziekenhuis. Ja dat werd zo als je oud was. Hij had zijn tabletjes, die moesten onder de tong als hij het benauwd kreeg. Maar vanmiddag liep 't niet zo'n vaart!
    Het werd zowaar droog ook. Alleen het vochtige windje bleef tochten en de hemel had nog steeds het doorgelopen grijs. – Zou hij... (hoe kwam-ie daar nou an) – maar zou hij niet eens 'n klein mooi tuintje kunnen aanleggen op dat slijkplaatsje thuis? Weliswaar had bijna niemand in de buurt planten en bloemen, behalve in potjes voor de glazen; – d'r groeide in die prutjes niks, vonden ze – maar hij zou het toch es kunnen proberen?..
    Dat hij daar niet eerder aan had gedacht... En er ontplooide zich een droom in Pietjes geest. Hij zag het zwarte Landeweer al omgetoverd in een klein paradijsje, vol zomerse onbezorgdheid, hij met hark en gieter poserend voor de regenbak, omringd door trossen kleurrijke bloemen in het zonnetje. Al zou Gesien natuurlijk het een en ander op te merken hebben; het misschien zelfs verbieden... Maar één klein perkje, zo heel bescheiden moest toch mogelijk zijn? Zoveel hoefde het toch niet te kosten? Om te beginnen zou hij iedere keer stiekem een klein beetje geld van de boodschappen kunnen achterhouden...
    "Zo opa, ouwe zak, boodschappen gedaan!?" Een harde, hoge stem vlakbij zijn oor. Hij had, doordat hij zo liep te suffen, helemaal geen erg dat hij dat groepje opgeschoten jongens was genaderd, zij die altijd verveeld rondhingen bij het jeugdcentrum De Panter op de hoek van de Halliusstraat. – En het was te laat om over te steken en hen te ontlopen! Daar slenterden er al een paar op hem toe en omringden hem met een onverschillige kring.
    De wind stak op en bracht zijn haar in de war, dat voelde hij duidelijk. Aan de overkant van de straat werd een hond uitgelaten door een heer. De heer keek even, maar keerde zich af, bemoeide zich er niet mee.
    "Ja jonge, moet ok 'beuren hè." Hij probeerde zo gewoon mogelijk te doen, flauwtjes te lachen, maar voelde dat hij trillende benen kreeg. Langzaam door blijven lopen, zolang 't nog kon; het kwaad proberen te bezweren! zijn hart sloeg een paar keer over.
    Maar ze liepen gewoon met hem mee.
    "En wat hep opa zoal gekocht?"
    Dit was waar-ie altijd al bang voor was geweest! De eerste jongen drong zich dik grijnzend tegen hem aan. Diens haar leek tot stekeltjes te zijn opgewreven en hij verspreidde bierstank.
    Hij pakte Pietje gewoon zijn tas af, waartegen deze zich niet eens verzette. "Kijk koffie," riep de jongen lachend. Hij viste de Douwe Egberts eruit en gaf hem aan een knaap in een blauw jack. – "En zeeppoeier," zei hij en hield het pak op.
    De andere jongens met drinkblikjes in hun hand lachten of spuwden op straat. "Hij stinkt, hij heb zeker in ze broek gepist!" Er werden nog meer grappen over hem gemaakt. Hij liet het gelaten over zich heen gaan, wat kon hij anders? De jongen richtte zich tot de anderen. "Mèn, wie wil opa helpen z'n zware tas te dragen?"
    Zijn tas met dure, kostelijke boodschappen werd nu doorgegeven. Pakjes eruit gehaald, potjes bruine bonen gingen van hand tot hand, verdwenen uit het gezicht...
    Ongelovig keek hij van de een naar de ander, strekte zijn handen ernaar uit... De jongens deden dan telkens net of ze het hem terug wilden geven, maar hielden niet op.

Eén jongen had gezegd "dat hij het zielig vond voor die ouwe". Toen was het afgelopen. De holle stemmen echoden nog in zijn hoofd. "Zeg je niet eens dankiewel dat we je geholpen hebben met dragen?"
    Pietje strompelde door de Ehrenstraat, een stukje verder. Hij had nauwelijks bemerkt dat de boodschappen alweer in zijn tas lagen; de Douwe Egberts bovenop. Oude tranen gleden over zijn wangen.
    Er kwam een bestelwagentje voorbij, en ook een buurman van het Landeweer fietste langs, keek bezorgd, minderde vaart tot hij bijna stilstond, maar stapte niet af, reed door, nog eenmaal achteromkijkend. "Ik heb nergens rust meer," dacht Pietje, snot ophalend. "Niet thuis en op straat ook niet."

Ach, het waren slechts een paar kinderachtige en vervelende rotjochies. Ze hadden staan roken en kletsen op de hoek, en misschien niet eens zoveel meer... hoogstens zo'n oerstom plagerijtje van altijd wat nieuws en zelden iets goeds... Maar niemand zou het vervolg nog weten, want van sommige gebeurtenissen blijft geen spoor achter.
    Duizeligheid of pijn waren er niet aan te pas gekomen. De Ehrenstraat lag breed en open voor hem, en de wind voelde zacht aan. Onwerkelijk snel brak ineens de immense bewolking in het noordwesten en een keiharde kobaltblauwe kleur openbaarde zich groots. Daarop barstte uit de andere richting de zon verblindend tevoorschijn.
    Wat was de Ehrenstraat nu mooi met die schitterende druppels op de struiken overal!
    Pietje zag zich geleidelijk omringd door bloemen. Dat waren er zovele, in verschillende kleuren, sommige glanzend in het klare zonlicht, met gestoken bloemenhartjes en dikke meeldraden. Ze helden over de stoepranden en groeiden weelderig over de rijbaan. En voorbij de laatste huizen van de Ehrenstraat liepen kronkelpaadjes opzij. Daar waren vijvertjes met rustieke bruggetjes te vinden, nog glinsterend van de afgetrokken buien. Wat prachtig! Hier kon zijn toekomstige tuin aan het Landeweer niet aan tippen!
    Steeds groter werden de bloemen naarmate hij verder kwam, en meer in aantal, hoger en exotischer ook. Daarachter wuifde het vol zomers geboomte, waren er donkere en lichte eilanden van zon en schaduw op het gras. Een onoverzichtelijk en ingewikkeld landschap, met doorkijkjes, begroeide heuveltjes en bemoste doolhoven om in te verdwalen...
    Maar geheel verlaten was het hier toch niet. Verderop zag hij iemand tussen de bloemen scharrelen, een vrouw, met grijs opgebonden haar en ouderwetse kleren. Hij had het vermoeden dat het zijn achterlijke zus Anna was. Hij zwaaide van afstand, riep haar naam, maar zijn stem leek niet ver genoeg te dragen. Zij keek dan ook niet op, had hem niet opgemerkt en ging verder met haar gebukte bezigheden.
    Pietje twijfelde nu eventjes of hij door zou lopen tot het park, of hier toch maar even te blijven. Want in de verte was het heuvellandschap weer zeer donker beschaduwd. Het leek of de bewolking terugkwam als met ontzaglijke massa's ontsnappende stoom.
    Of kwam die bui toch niet zijn richting op? Dreef hij langs? Kon hij misschien beter teruggaan naar de huizen...
    Maar om dat te beslissen was het misschien nog te vroeg, dacht hij.



Reactie geven op dit gedicht? Klik hier !


De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
2006-2024 © Bizway - BTW nr. NL821748014.B01 - KvK 28086287