zo ging ik van de week naar de chinees
voor avondeten ook, maar dat was bijzaak
ik kwam op voor wat rechten met een bijsmaak
het vaste nummer, op z’n dominees
gegloet mijn vliend - hij pikt wat ik hem wijsmaak
en via ‘t weer, zijn vrouw, de pekinees
wat sambal bij en andere clichés
geraakten we aan ’t zere punt: de vrijspraak
ach jullie altijd met die meningspuiting
die menschenrechten, o zoo ouderwetsch
geprinte tijger, “waard om voor te vechten”
voor mij geen zelfcensuur of neringsluiting
ik maak graag kantonese mensgerechten
van ping-pong-diplomaten met geklets