|
Het beste vlees zit aan de kont! zeg ik beslist tegen de mensen die het slagersvak niet kennen. Nu ben ik ook geen slager, maar dat vlees in ruime mate aan de kont gevonden wordt, dat weet ik dan weer wel. Het blijft een beetje bluffen toch, dat grote mensenspel. Ik heb nog iets gezegd over de kruiden. Niemand sprak me tegen want de oven deed het niet.
Het zweetmoment kwam toen de kok van dienst de pret weer kwam bederven. Hij wist van vangst en marineren en van goed versterven. Ossenstaart tussen mijn benen en de sokken er maar in voor de tomaten uit. Men zou eens soep van mij gaan koken. Een lectoraat aan zeven zwervers over zinvol geldbeheer deed mij besluiten zinloos, vrij van waarde te bestaan.
|