|
De jongen schudde het gedicht
door elkaar, hield het ondersteboven,
keerde het binnenstebuiten.
Er viel niets uit
dat leek op een diepere betekenis.
En toch zit zij daar ergens,
wist de jongen.
Hij pakte een schop
en groef in het gedicht
tot de bodem zichtbaar werd.
Vervolgens wierp de jongen
het gedicht ver van zich
en liep weg zonder om te kijken.
|