De krant van gisteren ligt uitgeput op de tafel. Er is veel gebeurd vannacht.
Een man van bladzijde drie was al veertien jaar depressief omdat hij na het overlijden van zijn verkankerde wederhelft nog steeds alleen was, en eenzaam voor twee.
Een dokter was helemaal van bladzijde twaalf gekomen om met hem te praten, wel duizend tekens lang.
Over de rand heen had mevrouw J.S. meegeluisterd en al snel bedacht dat ze niet van dienst kon zijn. Ze was reeds vervuld van vreugde omdat een klein meisje van bladzijde zes haar vermiste teckel had teruggevonden, en merkte op dat ze, afgezien van haar geliefde huisbeest, geen gezelschap kon verdragen.
Aan de andere kant had een voetbalploeg een tijd lang gelachen en gefeest om de behaalde overwinning en zodoende niets opgevangen van wat zich in de andere katernen afspeelde.
Wel had een verdwaalde veldrijder van de bladzijde ertegenover de juichende menigte aangemaand tot kalmte, omdat hij net slaapplaats had gevonden bij de voorzitter van het Olympisch Comité, die op zijn beurt vroeg uit de veren moest voor een belangrijke vergadering. Aanvankelijk had het niet echt veel geholpen, maar een politiekorps dat op bladzijde zesendertig een cipiersstaking had begeleid, had al gauw de nachtrust van veldrijder en voorzitter gegarandeerd.
Achteraan tussen de contactadvertenties was er een dame die het gehuil van de depressieve weduwnaar had gehoord. Het had haar hart gebroken en veroverd. Ze had geroepen en geschreeuwd, maar haar stem droeg niet ver, haar benen waren zwak, de veldrijder had geen bagagedrager en de afstand was groot.
En zo was het verder gegaan, tot de nacht werd vervangen door de ochtend.
De krant van gisteren ligt uitgeput op de bodem van de parkietenkooi. Er is veel gebeurd ...
Jürgen Nakielski