Men vraagt naar geluk
en antwoordt met toeval
dat ons allen treffen kan
maar niemand bevrijdt.
Leven volgens planning
maar de opzet ontbreekt.
Geen blad vindt een zin
geen woord maakt punt.
Vogels fluiten ruimte,
kikkers kwaken kennis.
Vissen splijten water,
planten kernen energie.
De mens is een noodlot
wint als hoofd een prijs.
Tot het bekken vernauwt
hoe het zich ook kantelt.
De vloed ebt water weg
het strand veegt en veegt
een gedachtegolf bruist
terug naar de ideeënzee.
Mensen kermen dood.
in de laatste geboorte.