Toen ik weg was
van teruggeweest
doordrongen van het besef
nooit geweten te hebben
hoezeer ziel zich vastzet
in een door God verlaten stad
nooit eerder liefgehad
tot ook ik haar verliet
en zij me terugriep
vol vast vertrouwen
en ik terug kon keren
op mijn scheve schreden
zo op geboortegrond
weer mijn kiesrecht heb
en nu niet langer hink
maar huppel