Een dag alleen is niet tevreden
er moet op gedronken worden
tot een roes hem ronddraait,
hij binnen buiten zinnen raakt.
Hij schrijft dan geschiedenis
met woorden van gewicht
bouwt werken met supervisie
uit passie, moed, geestdrift.
De ochtend blaast hem uit
in een ontnuchterende zucht
het vuur vervlamt, de as roet
woorden staan te wankelen.
Alle kunst maakt hem dronken
de nacht blinkt uit in ijdelheid.
Overdag is er weer de kille zon
eenzaam stralend zonder sterren.