|
Verscholen in holen,
wachtend op een streepje zon,
om voorzichtig te ontwaken
en vertwijfeld even stil te staan.
Hij dronk om te vergeten
wat hij zichzelf had aangedaan
en schuifelde door het leven
naar een zeker einde.
Zij lachte luid
en wist zich gezien,
flamboyant flirtend
langs een winkelruit.
Het kind speelde onbezorgd,
onwetend over later
en alle te verwachten pijn.
Ik zit en peins,
probeer iets te begrijpen
over geluk en verdriet,
maar het lukt me niet.
|