|
ergens slaap ik wakend in een nest verlangens, eenzaamheid en stille vloeken mijn lijf voelt bijna onderkoeld ik ben het moe om steeds mezelf in ‘t duister van de nacht te zoeken
want zelfs bij warmte heb ik het koud blaas glas in bollen die mij dragen en alle zeven uren luid versplinteren mij zwijgend laten vallen
maar jij, jij knipt slecht met één vinger en schrikt mij op uit ’t winterlijke sterven verzamelt mij, hangt mij te drogen in jouw venster; jij stilt mijn pijn en lijmt de oude scherven.
sunset 31-01-2008
|