|
Hij ziet Ans in d'r nieuwe gewaad
en beweert, daar d'r jurk 'r niet staat:
'Nee, je bent zonder mouwen
niet leuk om 't aanschouwen.'
'Nou, kíjk dan ook niet!' zegt ze kwaad.
Ze ruikt - en opnieuw wordt ze kwaad -
een doordringende wind, die hij laat.
'O, ik walg van je scheten,'
zo laat ze hem weten.
'Nou rúík dan ook niet,' geeft-ie raad.
|