Vreugdebrengers, lustverlengers,
treed binnen, veeg je voeten op
mijn blindengeleidemat. Die is nat
van brievenbusgeweld, doorweekte
brieven stromen leeg in mijn
verlegen ogen.
Ruk de deur uit de scharnieren
als ik in de keuken sta en net
niet snel genoeg verschijn: hier
moet je zijn om mij te troosten
met geweld. Ik heb alvast de uren
van de wanhoop maar geteld.
Ga dan terug naar
oorverdovendland en zing het mij
ontstolen lied van zwijgende
violen. Ik sla de rampen uit de
kussens en ontwaak, zodat mijn
leven verder ziet.