|
Alleen in de kleedkamer, de grimeuse had haar werk gedaan. In zijn spiegel zag hij de koningsmantel hangen. Hij kon niet wachten om die eindelijk om te slaan. Premiere, een prachtig woord. Een zaal gevuld met familie, vrienden, collega's en de onbekenden, het publiek, zijn publiek. Verzonken in gedachten, terugkerend naar de toneelschool, het amateurtoneel, een baantje als toneelknecht, bijrollen van twee zinnen. Een lange weg was hij gegaan om dit te bereiken. Mijn eerste hoofdrol sprak hij tegen zichzelf en moest lachen, in een solovoorstelling is maar één rol. Een klop op de deur, de toneelknecht, vijf minuten voor aanvang Johan, break a leg. Hij wachtte nog even, sloeg de koningsmantel om en liep de lange gang door naar de zijkant van het toneel. Daar stond slechts één houten stoel, een oude schemerlamp en een bureau. Hij ging zitten in de stoel, het hoofd gebogen wachtend tot de gordijnen opengingen. Eindelijk was het dan zover hij voelde het licht zijn gezicht raken, tilde langzaam zijn hoofd omhoog en keek de zaal in. Ineens wist hij niets meer, niet meer wat te doen, zijn eerste zin, zijn bewegingen, alles leek vergeten en langzaam raakte hij in paniek. Zonder acht te slaan op het publiek stond hij op en liep een stuk naar voren, luid zuchtend, keek omhoog, alsof hij hulp zocht en liep driftig naar de zijkant van het toneel, pakte een flesje water en nam een slok. Hij keek richting de zaal en liep naar voren, niet wetende wat te doen. De zaal was stil, ademloos bijna alsof ze dachten dat het er bijhoorde, nee, hij wist wel beter. Verdomme, sprak hij luid, verdomme, kwaad op zichzelf, agressief bijna en hij schreeuwde het uit. Godverdomme, ik kan dit niet, ik heb het nooit gekund, alles, alles is een leugen, talent heb ik niet, ik kan dit echt niet. En toen hij uitgeschreeuwd was, buiten adem bijna, sprak hij de eerste zin van zijn tekst; "Vandaag zal ik mijzelf terugvinden", hij wachtte even, glimlachte en speelde die avond zoals hij nog nooit gespeeld had.
|