|
Johannes
het dagloners huisje is oud
hoe oud weet Johannes niet
het werd al bewoond door
overgroot ouders en een schare
kinderen die hij nooit heeft gekend
de liefde ontmoette hij nooit
omdat hij haar ook niet zocht
vader, kapotte rug, stierf jong
nu zijn moeder ook heen ging
is Johannes vrij om te gaan
dat doet hij want hij las over
bergen met sneeuw in de zomer
palmenstranden Middellandse zee
in een nieuw pak en knellende schoenen
koopt Johannes een treinkaart naar Spanje
het hotel is groot de gasten luidruchtig
van het balkon op zeshoog is hij bang
wel is er de zee strand palmen en zon
maar Johannes mist zijn kippen de koe
zijn stamppot, van het eten hier walgt hij
de tweede dag reeds reist Johannes terug
buurman die op koe en kippen paste luistert
als Johannes vertelt over de leugens in boeken
over stille stranden palmen en gitaarmuziek
en dat ook het vreten daar niet te genieten is
|