|
Als ik de tedere blik
in jouw verliefde ogen zie,
je zachtjes hoor vertellen
over de dingen van die dag,
dan weet ik wel:
die komt vanavond niet,
het heeft geen zin meer
dat ik nu nog langer wacht.
Dus draai me om,
ga verder met mijn leven,
verschoon het bed,
zet piepers op het gas
en doe de was
de schone kant naar buiten;
het zal toch nooit meer worden
zoals het nimmer was.
De wens jouw tederheid te vangen
is lang vervaagd
in grauwheid opgegaan;
de liefde die nooit
aan mijn deur kwam kloppen
liep mij voorbij
en is naar haar gegaan.
Staar me niet aan;
je hebt me niets te bieden.
Ik voel niet de behoefte
voor jou nog langer klaar te staan.
Jouw wrange haat slechts
heb je mij gegeven.
Er is geen weg terug,
daarvoor is het te laat.
|