|
In het Teylers Museum de Maagdenburgse halve bollen gezien
en klap op de vuurpijl : de electriseermachine van Wimhurst
ooit door W.F. Hermans bemind
het ogenblik vergeten waarin ik besta
alsof ik midden in een haiku van Basho sta
maar dan verder in de ovalen zaal
weer dat vertrouwde landerige gevoel
zwerfkei, zweefteef, kunstcastraat
In een wereld door een vijandige God gemaakt
Allah, Jehovah of een andere onverlaat
alleen als ik thuiskom nat geregend
voel ik mij weer enigszins bevredigd
Gabbekees, de hond, die braaf met mijn butplug speelt
Wil hij nu? Wil hij nu echt dat ik straks
samen met hem Bonzobrokjes eet?
En kijk een schijntje zon in de Bilderdijkstraat
Ik ben weer mens, ik hoor er bij
Ik poets nooit meer de plaat
|