|
Je moet er alles voor over hebben, ik wil maar zeggen:
traag drinken op een zoele zomeravond een beetje
rode wijn, toekijken hoe hij in de schemering fonkelt,
rustig zitten blijven onder de uitgeleefde notelaar.
Uw zinnen licht bedwelmd, ledig het boek openslaan,
doet er niet toe waar, dan lijzig lezen, niet luidop
maar ook niet zonder de lippen te roeren, murmelen,
zacht en zonder dreunen; de betekenis gestaag vergeten.
Soms naar een woord zoeken in de laatste zonnestralen,
alles op zijn beloop laten tot vermoeienis en verdwazing,
en uit de duisternis een klaarte op komt waaien.
Alleen de scherven laten, wat overblijft prevelen
-weifelen en wenen- -een late bijle- -een vrucht die valt-
dan is alles goed, dan hebt gij zijnen asem gevoeld.
|