|
van de minne word ik altijd zo somber zegt konijntje
uitgeblust en koud ziet er er stralend uit verstrooid
bladerend in het Groot Parkietenboek eet ze knagelijker
dan anders chocoladekoekjes een kunstenaar
zegt ze een neo-abstract expressionist heeft mij
bedwelmd en daarna beetje bij beetje opgelepeld
als een kommetje soep van de liefde begreep hij niets
een mannetje van niets een opsnijder die mij dronken
vertelde hoe hij drie composities in licht roze
aan zijn zenuwarts had verpatst, mij s'nachts wekte
om te leuteren over kosmische energie
en urenlang aan mijn karma zat te sleuteren
Uiteindelijk, zegt ze bedachtzaam, doet hij mij denken aan
een maraskino-taart, smeuïge pulp vol zure kersen,
goed overgoten met zoete siroop,
zo'n taart die men alleen voor oude tantes koopt
|