|
Schots en scheef
wentelt het leven
als een dolgedraaide wiek
Jaren vallen in de weken
tussen blijdschap en verdriet.
Springend tussen alle schotsen
vallend, dansend, om en om
zwem ik proestend in het water:
drijf ik nog
of kom ik om?
Hobbel, huppel
rond de boeien
duik soms onder, dan weer op,
klim de bergen tot de einder
tot ik daar door onweer stop.
Donder dan weer naar beneden
door lawines meegesleurd:
kan er nooit een staat op trekken
wat er morgen weer gebeurt,
want:
Schots en scheef
wentelt het leven
als een dolgedraaide wiek
Jaren vallen in de weken
tussen blijdschap en verdriet.
|