|
kerstvet smeltend in de mond, kontknijpende kusgevechten,
de dag beslechten, te bed met u
dik als dwergen bevrijdt sneeuw de kleurloosheid van alles
het doek is gevallen, wit, tegen nieuwjaarsbloeden van de wereld,
wankelend zonder poten, onder duizend jaren beschaving
en een gazastrook
dat alles om ons heen en dopamine
ik slik nog een houtblok, om met warmte u te verdienen
als ijswater in de sloten staat, en quasi-onzichtbaar de adem ons verlaat...
ik participeer niet aan de dooi
ik strooi enkel dooie vogels, tegen 't forceren van gezangen
zijn er vetbollen gehangen en komen wij de winter door?
ik dooi niet, maar met alles mee zal ik voor u blijven smelten,
en blijven sijpelen, suddersnel uw oren binnen
proef mijn vlezige personificatie
prik de dromen uit de nacht
streel de verblijde werkelijkheid
meer dagen nog met u
en ik draag u door de dooi
ik leg u en ik schipper
ik schelp u en ik ijl,
ijl de blauwe lucht
wangen rood de zachte dood
|