De zon schijnt guitig
als een citroen perst
zijn sprankelend sap
in het glas van mijn ogen.
De bloemen geuren jou
en ik zalf mijn zinnen
met zonnebrandolie;
spieren glimmen luid.
De zondagse kermis
blijft vandaag binnen.
Ik zoen aan je lippen
en lach om vrolijkheid.
Het Hollandse zeeklimaat
gaat naar de knoppen
we springen een voor een
en nu voorgoed open.