alsof ik het verschil niet voelen zou
je pseudo-vriendelijkheid
en voorgewende interesse
en die stilte tussen ons
gapend als de samariakloof
je hitsige blik op haar
een niet te stillen honger
gestolen momenten van onderschepte tederheid
in de lach van je ogen
hardnekkig als de winter
blijf je terugkomen
we drinken het bloed uit mijn wijn
om de stilte te breken
verzin ik dwaze verhalen
opgeblazen geluksfantasieën
zoals ik al mijn hele leven
schaduwen achternaloop
en hoop dat het mensen worden