|
De wegen van ’t jaar
Waarbinnen wij elkaar
Steeds ontwijken, weer toenaderen
Bieden ons een stil refrein
Om steeds weer te veranderen
Alsmaar dezelfde te zijn
Niet gebonden door de dag
Maar wel bewogen door seizoenen
Blijft ons de waan van ‘t verzoenen
In de toekomst als een schijn
Diep in het ochtendgloren
Van ’t angstig stil ravijn
Toch kan één waarheid mij beroeren
Meer dan wat er wordt gezegd:
- De stilte kan ’t hart ontvoeren -
Slechts ons zwijgen is oprecht
Op de wegen van ’t jaar
Waarbinnen wij elkaar
Steeds ontwijken, weer toenaderen
Komt zij tot mij, en ik tot haar
In een onzichtbaar haast gebaar
Als zomerzon door herfstblad’ren
|