in verlangen van muziek
gevraagd om woord
gedachte, laat ook maar
ik pluk mijn wimpers weg
bewaar ze in de wildernis
verbijsterd dat daar de
ruimte blijkt te zijn
't is hier te koel, te kil
te koud, als Noordpoolijs
en waarom zal ik voor een
dove klokken luiden
mijn wond bloedt pijn
ik wil hier weg, op reis
met zwaluwzwermen
vliegen naar het zuiden
geen mens, geen mens
die ik hier achterlaat
hoe heb ik wreed verstaan
in een zo stil leven
ginds onderaan de berg