|
Het huis
'k Heb onder platanen wat schaduw gevonden.
Bij het vierkante blok gore steen.
Een pand dat bedorven hitte uitwasemt.
En hitte binnen is erger dan gif.
Er wordt in de kamers met kasten gesmeten,
en iemand van welvoorzien lichaamsgewicht
rent tierend omlaag langs de trappen.
Het dreunt door het hele perceel.
Men gooit stoelen en serviezen naar buiten,
en een man brult met verwoestende kracht:
"We zullen eens zien wie de waarheid spreekt!"
"Dat denk je maar!" schreeuw ik op goed geluk,
"Zoiets noem ik met reden verdacht!"
Ik sta hier al dagen met mijn gebeden.
Het stinkende huis dat ik niet kan betreden.
Om je te zoeken. En een antwoord verwacht.
|