|
een goedlachse reisleidster ruikt
het aroma op een zandweg.
de geur roept een charme op.
herinnering komt uit het noorden
tussen heuvels in de verte, drie meren
met een verzonken oversteek
de dorpskom, stoffig en oordopjes;
heel nuttig tegen een horde kinderen.
voor een vaalbleke hond; een drempel.
het is zijn eerste tocht in het halfduister
voorbij een klein warm huis
slinkt het dier geruisloos vaart
zijn levenslust krabbelt zich
het water uit aan een steen.
in het gebladerte ritselt er iets
het bos in met lieslaarzen
zijn hond spettert hem de ogen open.
plots staat ze vurig voor hem.
een verstopte jongen ontbloot
hun romance in de oude roeiboot.
|