|
De oude vrouw is helemaal niet oud. Want oud zijn, weet ze, zit alleen van binnen. Je kunt aan oud zijn beter niet beginnen - je wordt zo voor "mevrouwtje" uitgejouwd.
Al zegt men altijd U, toch, welbeschouwd, die oude eerbied valt niet te herwinnen. Een oudje mag slechts ouwe garen spinnen. Ook heeft zij levenslang geen man getrouwd.
Een man, ze liep er dikwijls naar te smachten. Uitdagend aangekleed ging ze op stap. Dat was nog avondwerk, geen hele nachten.
Als jongens haar wel eens naar huis toe brachten, dan mochten die nooit verder dan de trap. Dat dorst ze niet. Nooit. Altijd die gedachten
|