|
in kroegen zou ik willen zitten geur van alcohol en mensen ruiken daar waar gepraat wordt vanuit buiken onder een grijze blauwe rook
zingen zal ‘k met dichtgeknepen strot (het beste gaat dat met gesloten ogen) van bossen met daarboven hemel een wereld die nog niet verrot
en in de warme julinachten bij maanlicht op de weiden liggen mijn rug voorzichtig in het gras geprest en lachen, op mijn dromen wachten
trouwens, zijn niet alle donkerheden licht en zwart, wars elke last zoals een moeder die me troost tot zelfs mijn huid mij ooit weer past
en ’t is geen zonde als ik inslaap want daar kan ik weer dromen niet van een wijn of vrouwen, vrijen maar van watervallen, oceanen, bomen.
sunset 10-10-2007
|