ik barst mijn versteende ogen
vlijm de scherpe kantjes iets minder
en sluik mijn haren
gluipend stuif je mij voorbij
de handen op de rug, zoals
een verkluunde schaatser
met botte ijzers op hard water
bij galamadammen is het
dat ik je toch nog achterhaal
het ligt vast aan de wind
die was toen al lang niet meer opgestoken
droog ben je; vooral je lippen
en ik lik mijn pegels
Dio the Cilany