Bij het keren verdraaide de omwenteling
zich in de tegenovergesteld dal.
De windwijzer wees eigenwijs
naar de verkeerde kant.
Tussen de bergen draaiden de wegen
tegen het karretje op de zandweg.
Verbaasd verwonderde zich
de kwartslag
in de torsie van de hoofdzin
waarbij het gedicht
een stortvloed van woorden
omhoog stuwde in de keerkring.
Als de keerdrempel zich bloot legt
in het lege rivierdal
dat de berg vormt in haar oksel
zal de poëzie zich wentelen
in het massief
van het Belgische laagland.
Mart Brok
|