|
De kille lucht wekt
mijn kippevel tot leven
en zegt mij dat het winter is.
Uit tegenstand geboren
zonlicht op mijn gezicht
geeft mij voorjaarsgloed te horen
Weer wil wisselvallig heersen
kou en warmte
regen, zon
wie er wint is nog onzeker.
Mijn lichaam roept om zomer
mijn gevoel kiest nu partij
waai weg, o koele winden
snel toch toe, o zonneschijn.
|