|
Ik wacht te lang, begin een
zoektocht in zelfmedelijden.
Een opgave, diepgeworteld
vastgeroeste overgave.
Bulden, blaren, grijze haren,
blauwe plekken.
Verkrampt struikel ik met
zelf ingebeeld onvermogen
onevenwichtig met de tranen
in mijn ogen.
Traag vooruit, ineengedoken,
het antwoord in haar beschutting
zoekt.
En ik stel mij de wereld voor,
angst loos opgewassen
vertrouwd en zelfverzekerd,
Waarin ik groots en rijk
gecontroleerd kan handhaven
en jij als ik tegen mijzelf spreek
kan liefhebben.
|