Leeg en niets
vullen met vage lijnen van een strak gezicht. De overstap naar 't paar ogen dat gericht op buitensluitend de boze dageraad eigen ochtend steeds opnieuw met lichtheid vult. Voor haar ligt
de huichelaar, de kunstenaar de luisteraar der zandpaden. Haar-stromen-de grindgolvende graver vraagt waarheen te gaan wanneer eerlijkheid uit het geding is
Grote woorden, pathetiek reis noch aankomst, vanaf vandaag geen dichter meer, draait hij dolgeworden lege ruimte in, zijn eigen holle poëziek
~
|