|
Languit op de sofa,
de krankzinnigheid voorbij
tolt het hoofd met verschillende
windrichtingen mee
in de driehoek de poes,
niet van repliek gediend
bolt zijn rug en sist hoge noten
waarschuwing voor twee
het ene moment ingekaderd
en vastgespijkerd
het ander kent rem noch regel
in boomkruinen fluiten vogels
pogen de winter te passeren
ergens balt een kind zijn vuisten
en huilt naar de maan
de geest is geen contrei vreemd
hier groeien gedachten veren aan
rozenbladeren om op te lopen
doch mosterd na de maal
|