Hoofdmenu
    Hoofdpagina
    Gedichten
    Auteurs
    Zoeken
    Reacties
    Insturen
    Voorwaarden
    Greencard
    Contact

  Inloggen
 

  Registreren
  Wachtwoord vergeten

  Laatste 35 reacties
 
re: FEESTDiotheC...
re: Lezenwietewu...
re: Lezenwietewu...
re: FEESTSoit
re: FEESTSoit
re: vegannis...MirandaMei
re: FEESTMirandaMei
re: InktDiotheC...
re: Pasen aa...Tsila
re: Inktwijnand
re: vegannis...Erik Le...
re: vegannis...Mr.Deuce
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktBuigt
re: Inktcoolbur...
re: InktDiotheC...
re: Inktwijnand
re: Inktcoolbur...
re: Inktwijnand
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: (G)razen...coolbur...
re: Spokencoolbur...
re: De geur ...Claudel...
re: SpokenClaudel...
re: vegannis...Erik Le...
re: [30-007]...Claudel...
re: Morsewijnand
re: Herderst...coolbur...
re: Nimfomaniakcoolbur...
re: Brozen d...MirandaMei
 Meer reacties

  Laatste 25 gedichten
 
Inktcoolbur...
vegannisatieErik Le...
The African ...Claudel...
Licence to k...Claudel...
I wanna be y...Claudel...
Waar is Stev...Claudel...
alweer bijna...DiotheC...
Con-textdegon valk
Stop de tijd !!Claudel...
Tattoo you Claudel...
Zo'n dagDiotheC...
Een HuisHenk Gruys
herfst 2019augusta
FEESTSoit
Filosoof in ...Claudel...
bewegingenErik Le...
dubbellevenErik Le...
Claude Money?Claudel...
Brothers in ...Claudel...
Beast of bur...Claudel...
VogelsMarkeR
SleutelsHenk Gruys
Renee, remem...Claudel...
ViltjeSoit
Adem voor ad...seline168
 Meer gedichten
Een Afspraak - Afl. 1 van 2
 Henk Gruys - 10:30 19-12-2016 Stuur e-mail  Profiel bekijken van Henk Gruys  Bekijk statistieken van dit gedicht 



                    Een Afspraak - Afl. 1 van 2


"We moeten er hier uit," zei de man en vouwde de plattegrond op waarop hij het laatste half uur steeds had zitten turen.
    Zij waren de allerlaatsten, de andere passagiers waren al eerder uitgestapt, bij ver uiteenliggende bushaltes in het nagenoeg lege landschap.
    De man keek nog even op naar de chauffeur. Curieus was het dat geen contact met hem mogelijk was omdat hij zich bevond in een afgesloten soort metalen kooi. Tegen overvallers, dacht de man. Het keurige grijze, met rood afgebiesde chauffeursuniform beviel hem wel, maar die helm op dat hoofd een stuk minder. Mag hij soms zijn gezicht niet laten zien? – Hij vond dat het op de een of andere wijze niet te pas kwam.
    Zij stapten uit bij een groenig glazen aquarium. De man moest zijn vrouw ondersteunen bij het voorzichtig afdalen op de treeplank; maar daarna stonden ze vrij op de weg.
    De bus reed met loeiende motor weg. Ze liepen, achtergelaten, niet meteen verder, maar keken om zich heen. – De bochtige weg vertoonde aan de rechterkant een zeer lange, diepe grashelling naar omlaag. Het lichte groen van de golvende weide, het donkere van bomen verderop, en het achteloos uitgestrooide geel van miljoenen paardebloemen, in een enorm veld schuin omhoog rijzend als een stijgende grondzee, liep door tot aan de horizon. Het geheel werd door de reusachtige ruimtelijke stolp van de hemel nog benadrukt, waardoor dit landschap iets beklemmends had. – Maar aan de linkerkant lagen bijna te gewone weilanden, door rechte, rimpelloze sloten omgeven, van een bekendheid die bijna weer geruststelde.
    De vrouw zuchtte even. – Haar ongemak was haar voet; daaromheen was een dikke omzwachteling met pleisters vastgemaakt. Een infectie? De arts wist het ook niet zeker; maar enige voorzichtigheid was geboden. Zij tuurde in de verte. "Hun boerderij is nog ver," zei ze. "Is het soms die daar? Ik dacht: toen waren er zulke grote bomen omheen... Ik herken dit absoluut niet van de vorige keer."
    "Maar dat is twee jaar geleden," antwoordde de man, "die kunnen zijn omgezaagd; ze zagen er toen al ziek uit."
    "Nee, dat is het niet. Ik denk... Weet je wat ik denk? We zijn een halte te laat uitgestapt; misschien wel twee!"
    – "De halte heette Hudoft, dus dat klopte precies", zei de man met overtuiging, "Jurdius en Annie schreven dat, het niet kon missen. – Zij zullen opkijken dat we een dag eerder komen... Maar ik weet niet of ik dit een volgend keer ook nog zó zal doen. – Ik weet bijna zeker van niet."

Ze naderden toch nog vrij gauw de boerderij, en liepen het voorerf op. "Koekoek, daar zijn we!" riep de man grappig in de kier van de huisdeur en klopte op het hout. Eindelijk hoorden ze iemand naar voren komen die de kier wat wijder maakte en met argwanende ogen naar hen loerde.
    "Hallo, we zijn wat eerder", zei de man. De vreemde vrouw achter de deur begon te ratelen in een taal waarvan niets was te verstaan. Het was of ze het niet tegen de man had, maar of zij, ongerust door het vreemde bezoek,overlegde met haar huisgenoten die inmiddels achter haar waren verschenen; enige volwassenen met veel kinderen bij zich. Ze waren tamelijk klein van stuk, gelig van huidskleur, en leken allemaal een beetje op elkaar. Mongolen, dacht de man, – niet hen die men meestal mongolen noemt, maar bewoners van Mongolië."
    "Is Annie er niet?" riep hij. "Vraag of ze komt; we hadden een afspraak... al zijn we misschien iets te vroeg, haha... We have had an arrangement you know...!"
    Het enige gevolg was dat de vrouw de deur met een harde klap voor zijn neus dichtsloeg.
    "Dus zijn we hier helemaal verkeerd," concludeerde de vrouw, die haar lachen bijna niet had kunnen houden.
    "Toch herken ik hier alles precies van de vorige keer," zei de man nadenkend. "Het moet juist zijn," vervolgde hij, "want in de volgende hoeve woont boer Hagtiengius, dat weet ik nog van de vorige keer."
    "Dan zijn ze verhuisd zonder adres achter te laten."
    Ze verlieten, – terwijl de man nog een paar maal achteromkeek alsof hij nog steeds twijfelde, – het erf en kwamen weer op de weg.

Voort liepen ze weer.
"Ik ben benieuwd wat ze zullen zeggen als we opeens voor hun neus staan, "zei de vrouw, "ze zijn altijd zo uitbundig! O, wat enig dat jullie er zijn! Kom gauw binnen. Jullie zult wel koffie willen!" – Hoe lang kennen wij ze? Een jaar of vijf denk ik. Ik vond het beslist een voorrecht dat wij elkaar hebben ontmoet."
    "Maar nu hebben we tien keer gebeld en ze namen niet eens op," zei de man. Jurdius en Annie; ze doen zich heel aardig voor, maar ik geloof ze niet altijd op hun woord. Waar hadden ze dat geld in vredesnaam voor nodig? Zestienhonderd? – Ik weet wel wat ze straks zeggen. O, zijn jullie daar al? Maar we hebben de terugbetaling nog niet kunnen regelen! – Ik ken dat."
    "Helemaal niet waar", zei de vrouw, "omdat jij altijd zo wantrouwig bent. Dat hebben ze niet verdiend. Eerlijk niet; en dat geld komt heus wel goed. Is het vandaag niet dan morgen. We moeten gewoon wat geduld hebben."

Reactie insturen
Graag eerst...

Inloggen of Registreren

De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
2006-2024 © Bizway - BTW nr. NL821748014.B01 - KvK 28086287