Wanneer ik de nevels
niet meer in het bos kan zien vluchten,
voor de zon in de ochtend,
de prikkeling van de wind,
het geluid van de weg zou moeten missen.
En ik geruis van overvliegende vogels,
de eenzame kreet van een nachtuil
of het praten van kikkers
rond een meer in de avond niet meer horen kan.
Open dan de warmte van de aarde
graaf een graf in de wind.
Leg mij daar, vrij in eeuwige rust.
Mocht je daarna ooit
verblindend de aarde zien splijten
in een machtige donderslag,
denk dan aan mij en drink wijn.