|
de zon staat reeds tot aan de tanden aan d’ oever loeren wind en licht enkel de zwanen ontbreken op de spiegel
voor muren gaat een mooie maan daarover pannen grauw en vuil gewond slijpt tram het spoor
vanuit het murmelen van façaden waar steen en marmer nooit eens brak keert langzaam zich mijn blik terug
nu waait de oever koele zijde tooit zich het ijzer in een ander licht dat schemerig vast in zich gesloten
doe ik de blinden zacht weer dicht.
sunset 15-07-2009
|
Reactie geven op dit gedicht? Klik hier !
|
De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
|