|
Het ijskonijn Ferdinand zat
op een ijsclub. Speciaal was die stoel,
want daarop bleef-ie aangenaam koel,
als-ie Anna, die mooi was, aanbad.
Ze was een geheime agente.
Een stille aanbidder was hij
van de schoonheid en Anna was blij,
want ze wilde geen andere venten.
Van Ferdinand bleek ze een vlam
die succesvol de man kon ontdooien:
ze trouwden. Niet lang erna kwam
er een baby. Niet mis was de kraam
en ze riepen verrukt: 'Wat een mooie!'
Ze kozen toen IJsbrand als naam.
|