Hoofdmenu
    Hoofdpagina
    Gedichten
    Auteurs
    Zoeken
    Reacties
    Insturen
    Voorwaarden
    Greencard
    Contact

  Inloggen
 

  Registreren
  Wachtwoord vergeten

  Laatste 35 reacties
 
re: FEESTDiotheC...
re: Lezenwietewu...
re: Lezenwietewu...
re: FEESTSoit
re: FEESTSoit
re: vegannis...MirandaMei
re: FEESTMirandaMei
re: InktDiotheC...
re: Pasen aa...Tsila
re: Inktwijnand
re: vegannis...Erik Le...
re: vegannis...Mr.Deuce
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktBuigt
re: Inktcoolbur...
re: InktDiotheC...
re: Inktwijnand
re: Inktcoolbur...
re: Inktwijnand
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: (G)razen...coolbur...
re: Spokencoolbur...
re: De geur ...Claudel...
re: SpokenClaudel...
re: vegannis...Erik Le...
re: [30-007]...Claudel...
re: Morsewijnand
re: Herderst...coolbur...
re: Nimfomaniakcoolbur...
re: Brozen d...MirandaMei
 Meer reacties

  Laatste 25 gedichten
 
Inktcoolbur...
vegannisatieErik Le...
The African ...Claudel...
Licence to k...Claudel...
I wanna be y...Claudel...
Waar is Stev...Claudel...
alweer bijna...DiotheC...
Con-textdegon valk
Stop de tijd !!Claudel...
Tattoo you Claudel...
Zo'n dagDiotheC...
Een HuisHenk Gruys
herfst 2019augusta
FEESTSoit
Filosoof in ...Claudel...
bewegingenErik Le...
dubbellevenErik Le...
Claude Money?Claudel...
Brothers in ...Claudel...
Beast of bur...Claudel...
VogelsMarkeR
SleutelsHenk Gruys
Renee, remem...Claudel...
ViltjeSoit
Adem voor ad...seline168
 Meer gedichten
Het beeld van de koning
Geschreven door coolburnvisible Stuur e-mail Alle gedichten bekijken van deze schrijver

Er was eens een houtsnijder die nooit zijn verjaardag vierde. Hij was met niemand bevriend in het dorp waarin hij woonde. Niet dat hij het daar naar maakte. Altijd had hij een vriendelijk woord of een goed advies over voor zijn klanten en het enige probleem met zijn houtsnijwerk was dat het niet altijd op tijd af was. Daar kon je met hem niet zo goed afspraken over maken. Hij had zo zijn eigen tijdsbesef en levensritme. Rondde hij echter iets af, dan viel het bij zijn dorpsgenoten altijd in goede smaak. Het altaar van de pastor zat vol sierlijke ornamenten, zoals het hoorde. Simpele stoelen en tafels hadden iets degelijks, zoals de klant het had gewenst. En bekeek je zijn werk preciezer, dan zag je glooiingen die zo soepel overliepen in anderen, dat je er al snel je ogen niet meer vanaf kon houden.

Zijn dorpsgenoten deden dit laatste nooit. Ze waren gewend aan de hoge kwaliteit die de houtsnijder leverde. Sporadische buitenstaanders niet, zoals een rondreizende muzikant. Op een dag verscheen hij in het dorp en bezocht hij de houtsnijder. Zijn vaardige muzikantenvingers gleden over alles wat hij in de houtsnijderij zag staan. Hij vertelde de houtsnijder een verhaal. Over hoe hij in de stad een vrouw op een muziekinstrument had horen spelen, hoe betoverend ze had geklonken. Uiteindelijk beschreef hij meer de vrouw dan het instrument, maar dat maakte voor de houtsnijder niet uit. Als geen ander begreep hij hoe de levende en levenloze dingen één waren met elkaar, dat het geen toeval was dat het een beeldschone vrouw betrof die het instrument bespeelde, want zo omschreef de muzikant de vrouw. Naar dat beeld heeft de houtsnijder het uiteindelijk geschapen: zijn eerste muziekinstrument.

Wat het was? Dat kon de muzikant ook niet precies zeggen. Wel dat hij er voorlopig alleen op moest spelen, net als de vrouw op haar instrument, tot het duidelijk was welke andere instrumenten er het best mee konden samenspelen.
Het kostte de houtsnijder meer tijd dan normaal, maar het resultaat overtrof elke verwachting. De muzikant bespeelde het instrument zoals hij de vrouw had willen liefkozen. Opgetogen trok hij ermee naar de stad en de mensen in de stad naar hem. Volle zalen vielen hem ten deel. De koning nodigde hem zelfs uit om in zijn kasteel een optreden te verzorgen. Het werd het hoogtepunt van zijn tournee.
Buiten het kasteel op een plein zoog het volk elke toon in zich op die hen wist te bereiken, binnen keek de koning keek zijn ogen uit. Zo’n instrument had hij nog nooit gezien. Het deed hem aan iemand denken. Meteen na het concert ontbood hij de muzikant aan zijn troon.

‘Beste man, de hele avond kon ik me er mijn ogen niet vanaf houden. Uw instrument, vertel me, wie is de maker ervan?’

De muzikant zat eerbiedig op één knie met zijn hoofd naar de grond gericht. Voorzichtig keek hij op naar de koning. Hij kreeg de schok van zijn leven. Op de troon naast hem zat de beeldschone vrouw die hij in de stad had horen spelen. Ze was als het instrument en het instrument was als zij. De koning had haar als vrouw genomen. Hij kon geen woord uitbrengen. De koning stelde hem opnieuw een vraag:

‘Zou mijn vrouw er eens op mogen spelen?’

Hij vroeg het hem echt, nederig bijna zelfs.

‘Maar natuurlijk,’ stamelde de muzikant.

Hij wist niet hoe snel hij haar het instrument moest overhandigen. Wat volgde waren de meest onvergetelijke minuten uit zijn leven, tevens zijn laatste. De koning begreep dat de vervoering van zijn onderdanen niet werd veroorzaakt door de muzikant, zoals de vervoering van de muzikant niet werd veroorzaakt door de muziek. Het was het instrument en het instrument was zijn vrouw. De muzikant was verliefd op haar en, ja hoor, de koning zag het wel, zijn vrouw ook op hem. Zoals de muzikant haar bespeelde, nu al met zijn ogen, de koning kon het niet eens met zijn vingers. Onmiddellijk beval hij zijn wachters de man naar buiten te slepen en hem op het plein voor het kasteel ten overstaand van zijn eigen publiek te onthoofden. Aldus geschiedde.

Het was niet de eerste keer dat de koning beslissingen nam die het volk de haren te berge deed rijzen. Aanvankelijk was het stil, want geschokt, maar langzaam begon het te morren. Steeds luider klonken de wanklanken. De koning droeg zijn wachters op om de poort naar zijn kasteel te sluiten. Het geschreeuw dempte daardoor flink, maar voor de koning nog lang niet genoeg. Ook de ramen moesten dicht. Daar gingen ze, één voor één, net zo lang tot er niets meer van buiten bij de koning naar binnendrong. Opgelucht plofte de koning op zijn bed, maar niet volkomen gerust. Iets baarde hem zorgen.

Koningsdag. Het was misschien wel de belangrijkste dag van het jaar en niet alleen omdat het zijn verjaardag was. Het was een dag vol vrijheden die het volk normaal gesproken niet genoot. Alle beschikbare vervoermiddelen moesten worden ingezet om iedereen gratis naar de steden te verplaatsen, alwaar de mensen konden genieten van vrije handel waar geen belasting over werd geheven en geen vergunning voor nodig was. Kon het maar iedere dag Koningsdag zijn! Maar nee, de rest van het jaar ging het volk gebukt onder een recessie, veroorzaakt door precies dezelfde belastingen en vergunningen. De koning, die dit stelsel zelf had ontworpen, doorzag dat, maar was er te afhankelijk van geworden om er iets aan te veranderen. Tot dan toe had hij het volk elke Koningsdag gelijmd met iets extra’s. Het jaar daarvoor bijvoorbeeld had hij rond gebazuind dat alle eerste rondjes in cafés voor zijn rekening waren. Het had hem een lieve duit gekost, maar het volk tevreden gesteld. Komende Koningsdag moest hij zijn volk op iets fantastisch trakteren.

Dagenlang ijsbeerde hij door de donkere gangen van zijn kasteel. Op een morgen zag hij zichzelf in het voorbijgaan in een spiegel. Het viel hem spontaan in. Een beeld, hij moest een beeld van zichzelf laten maken, mooier dan ooit, nog mooier dan het muziekinstrument. Wat was hij daar vanonder de indruk geweest. Als iemand zo’n beeld van hem kon maken, dan was het wel de maker van het instrument. De muzikant had hem niet verteld wie het was, maar daar kwam hij wel achter. Zoveel houtsnijders kon zijn land niet tellen.

Het bleken er velen. De één na de ander ontbood zich aan zijn kasteel om de prestigieuze opdracht in de wacht te slepen. De meesten kwamen vrijwillig, sommigen onder dwang. Aan die laatste categorie houtsnijders schonk de koning aanvankelijk geen aandacht. Welke goede houtsnijder wilde hem nou niet vereeuwigen en op die manier bijna net zo beroemd worden als hij? Toch, geen van de houtsnijwerken, die hem ogen kwamen, raakten hem als het instrument. Wel ontdekte hij een trend in de kunstwerken. Hij herkende een nieuwe stijl, maar geen één droeg de voor de koning onmiskenbare handtekening van de maker van het instrument.

Het stond tegenwoordig naast hem op de lege troon van zijn vrouw. De wildste geruchten deden zich daarover de ronde. De waarheid was dat zijn vrouw hem had verlaten. Via een geheime tunnel, waar zij als enige in het kasteel vanaf wist. De koning had het goed gezien. Zijn vrouw was ook verliefd geweest op de muzikant en had haar man het niet kunnen vergeven dat hij hem had laten onthoofden. Het traditionele triomfantelijk aan de haren omhooghouden van het hoofd voor de troon was voor haar een gruwel geweest. Dagenlang deed de koning het voorkomen alsof zijn vrouw ziek was, maar toen zelfs zijn beste spoorzoekers haar niet konden vinden, besloot hij het instrument op haar plaats te zetten. De mensen wisten genoeg en de koning vond het prima zo. Hij ervoer weinig verschil.
Hij geeuwde. De meeste houtsnijders voor hem keken met open mond naar het instrument. Sommigen negeerden het volledig. Die vielen voor de koning meteen af, als hun werk hen al niet had gediskwalificeerd. Nee, hij had het niet gemakkelijk met oordelen. Veroordelen ging hem een stuk beter af.

Tot er weer zo’n type als de muzikant voor zijn troon verscheen. Zonder houtsnijwerk overigens, maar zijn ambtenaren beweerden bij hoog en bij laag dat deze vreemde snuiter toch echt een houtsnijder was. Eén die ze bij zijn haren uit zijn houtsnijderij hadden moeten trekken. Net als het hoofd van de muzikant, dacht de koning. Hij glunderde bij de gedachte ook het hoofd van de houtsnijder voor zijn ogen aan zijn haren te zien bungelen, het liefst terwijl zijn bloed er nog uitliep. Hij moest zich inhouden. De muzikant had het tijdelijke ook met het eeuwige verwisseld voor hij hem van informatie had voorzien. Zo zou hij deze man de kans niet moeten ontnemen zijn standbeeld te maken voor zijn heengaan. Het was de manier waarop hij het instrument bekeek, dat hem overtuigde dat deze man het kon. Net als de andere houtsnijders aanschouwde hij het met grote ogen, maar ze straalden meer verliefdheid uit. Ze leken iemand in het instrument te herkennen. Met een traan. Om de muzikant voor wie hij het instrument had gemaakt?

De koning hakte de knoop door. Wat kon het hem ook schelen? Hij was moe van het beoordelen. Bovendien, als op Koningsdag zijn beeld het volk niet beviel, kon hij voor later op die dag nog altijd een in scène gezette, mislukte aanslag op zijn leven organiseren. Dat deed het altijd goed.
De houtsnijder leek ondertussen bij zinnen te zijn gekomen en zich in zijn lot te hebben berust. Opvallend gedwee liet hij zich naar zijn onderkomen afvoeren. Het was tevens zijn werkplaats en lag achter in het kasteel, een gedeelte waar de koning niet graag zijn gezicht liet zien. Hij moest wel vanaf die dag. Hij stond immers model voor zijn beeld.

Dagelijks ondernam hij de wandeling en dagelijks werkte de houtsnijder aan zijn beeld. Wel achter slot en grendel, want het vertrouwen wat de koning in hem had was nog niet groot. Langzaam ontlook zich aan zijn ogen waarnaar hij al die tijd opzoek was geweest: de handtekening van de maker van het instrument. Het was onmiskenbaar en de koning kon zijn geluk niet op. Hij gaf de houtsnijder zelfs zijn vrijheid terug door de deur van zijn onderkomen niet meer af te sluiten, waar de man onmiddellijk gebruik van maakte. Hij verdween met de noorderzon.
Net toen de koning zijn beste spoorzoekers er weer op uit wilde sturen, zag hij dat er aan zijn beeld was gewerkt. Hij besloot het een paar dagen aan te kijken. Op zijn dagelijkse wandeling naar zijn beeld, een wandeling waarvan hij had leren houden, ontdekte hij het. Elke nieuwe morgen weer zag hij dat er ’s nachts aan het beeld was gewerkt, met dezelfde handtekening en een belofte die zijn voorstellingsvermogen ver oversteeg. Hij begreep dat hier krachten bezig waren waar hij geen invloed op had. Hij liet het zo. Hij moest wel. Koningsdag naderde.
En precies op Koningsdag was het beeld af. Trots liet de koning het door zijn bedienden bedekken met een doek, naar buiten dragen en zetten op het plein waar de muzikant ten overstaand van zijn eigen publiek was onthoofd. Het volk drong zich van heinde en ver tot op het rand van het plein in afwachting van de onthulling. De koning liet zijn troon links en die van zijn vrouw, herstel, van het instrument rechts van zijn beeld plaatsen. Aan de wachter die de muzikant had onthoofd, liet hij de eer om het te onthullen. Precies om 12 uur. De minuten liepen af. Daar ging het doek.

Er ging een zucht van bewondering door het publiek. Het instrument blonk in de prachtige middagzon, maar het beeld straalde. Het was de koning zoals ze hem nog nooit hadden gezien. Hij had iets liefs. Tot er een stem klonk uit het publiek. Van een kind.

‘Kijk, hij heeft geen oren!’

Dat kon niet. Verbaasd keek de koning naar zijn beeld. Het was hem niet eerder opgevallen, geconcentreerd als hij was geweest op de handtekening. Op de oren had hij niet gelet. Hij had op zoveel niet gelet. Er klonk nog een stem, nu van een jonge man aan de zijkant.

‘Kijk, hij heeft tieten!’

De koning stond op en bekeek het beeld van de zijkant. Verhip, het had inderdaad glooiingen die op de borsten van een vrouw leken. Het hele beeld leek trouwens op een vrouw, net als het instrument. Zijn vrouw, die niet meer zijn vrouw was. Daar stond ze, niet alleen midden op het plein, maar ook aan de rand ervan. Hand in hand met de houtsnijder. De koning ontstak in een woedeaanval.

‘Grijp hen!’

Zijn wachters reageerden niet en het publiek werd muisstil.

‘Grijp hen!’

De koning stampvoette en draaide rondjes om zijn as.

‘Grijp hen dan!’

Eindelijk, er kwamen mensen uit het publiek in beweging, grepen de vrouw en de houtsnijder vast en droegen hen op handen richting de koning. Nee, richting de twee tronen. Het instrument werd er voorzichtig afgezet en de houtsnijder er op. Op die van de koning kwam de vrouw te zitten. Uit het publiek ontsteeg een luid gejuich.
Wat was er gebeurd? Zodra de houtsnijder zijn vrijheid van de koning had teruggekregen, had hij in het kasteel de geheime tunnel opgezocht, dezelfde waarlangs de vrouw de koning was ontvlucht. Ze had hem erover verteld. Het was een tunnel van de ondergrondse die al jaren actief was het in het land en waar de vrouw, maar ook de houtsnijder, nauwe banden mee had. Toen zij het niet langer kon uithouden bij de koning, maakte ze er gebruik van. De ondergrondse, die wist dat de houtsnijder de maker van het instrument was, bracht hen met elkaar in contact. De vrouw dook bij de houtsnijder onder zonder dat iemand daar iets in het dorp van merkte, zoals er ook niemand iets van merkte dat hij, toen hij weer terugkeerde van het hof, er naar terugging, elke nacht tot Koningsdag om aan zijn beeld te werken, dat hij overigens niet op tijd afkreeg. Natuurlijk niet. De houtsnijder kreeg zelden iets op tijd af, zeker niet in de verliefde staat waarin hij verkeerde.

En zo eindigt dit verhaal. De koning deed abdicatie zonder te worden onthoofd. Die straf schafte de vrouw af zodra zij de troon besteeg. Zij gaf de koning een andere straf: het terugdraaien van zijn snode belasting- en vergunningstelsel. Hij kreeg het niet volledig voor elkaar, zoals de houtsnijder zijn beeld niet afkreeg. Niet omdat de koning verliefd was, maar omdat hij stierf, aan ouderdom. Eén dag in het jaar bleef het stelsel bestaan, op Koninginnedag, ter herinnering voor de mensen hoe slecht het was.

En het beeld? Het werd hèt voorbeeld voor alle houtsnijders in alle landen gedurende een periode in de houtsnijkunstgeschiedenis die zich laat kenmerken door beelden zonder oren.

Reactie geven op dit gedicht? Klik hier !


De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
2006-2024 © Bizway - BTW nr. NL821748014.B01 - KvK 28086287