|
Al stond hij ook bloot aan de rellen,
als zeer onbewogen figuur
geraakte hij niet overstuur,
terwijl ik z'n ribben kon tellen.
Het waren er twaalf in totaal.
Hij deed, schoon gevaar was te duchten,
geen enkele poging tot vluchten.
Ikzelf ging meteen aan de haal.
't Geweld escaleerde gezwind.
Al verging me het zien en het horen,
het kon die figuur niet verstoren,
want doof was de kubus en blind.
|