|
Hij liep recreatief nabij Geleen
en zette links z'n beste beentje voor.
Hij was een heethoofd: 't werd veroorzaakt door
de zon, die op z'n kale knikker scheen.
Terwijl het zweet de walkman overstroomde,
bereikte hij een uitgestrekte weide,
waarin hij zich terstond ter ruste vlijde.
Een slaaplied zorgde, dat-ie spoedig droomde.
Hij snurkte in de schaduw van een boom,
maar voelde zich niet als een koele kikker:
't was stinkend warm, ervoer-ie in z'n droom.
De man kreeg in z'n slaap nog op z'n kop!
Hij merkte, dat er stront was aan de knikker:
benaderd door een mestkoe schrok-ie op.
______________________________
Noot:
Limburgse vlaai.
|