|
Ze is verliefd op hem en hij op haar.
De hen krijgt van de haan een liefdebeet.
Door kippenloopsheid wordt het duo heet:
de twee zijn pluimveestapel op elkaar.
De haan die van de hen vindt, dat ze deugt,
zegt tegen haar: 'Je bent m'n lust en leven:
hoe gaarne zal ik kuikens aan je geven,'
waarop de hen een eisprong maakt van vreugd.
Verlangend kijken zij elkander aan.
Ze is heel mooi, maar geenszins ongerept
en ziet de haan en zijn geslachtsdeel staan.
Al spoedig gaan ze met elkaar op stok
en bij het voorspel zegt ze hem: 'Je hebt
de mooiste knuppel van het hoenderhok!'
|