|
Hij had iets dat de vrouwen niet weerstonden:
een gave! Hij kon moeiteloos verleiden.
Met fraaie woorden en z'n lach plaveide
hij routineus de snelweg naar de sponde.
Don Juan werd aanbeden door zeer velen.
Hij had als edelman een hart van goud.
Dat liet z'n bedgenotes meestal koud,
die heter werden door z'n eed'le delen.
Bij één der dames die het met 'm deden,
kwam zeer abrupt een eind aan haar vertier:
in 't harnas is Don Juan overleden.
Z'n graf herinnert mensen aan het goede
verleden met een weelde aan plezier.
Omkranst door lelies prijkt een gulden roede.
|