|
De avond in 't café is aangebroken.
Een vlam heeft Kees z'n liefdesvuur ontstoken:
hij ziet Sofie, een vrouwtje om te zoenen.
Met vrijersvoeten in z'n stoute schoenen
begint-ie met Sofie te converseren,
want gaarne wil-ie met de stoot verkeren.
Ze laat zich door een liefdesdrank verleiden.
't Contact is spoedig innig tussen beiden.
Door aandacht die ze toont is Kees verblijd.
Hij denkt: 'Voor 'n huw'lijksaanzoek is het tijd.'
Op 't voorstel om te trouwen zegt Sofie:
'Heel graag! Ik weet alleen nog niet met wie.'
|