|
Z'n werk deed-ie boer met devotie.
De man maakte daardoor promotie:
hij werd opperlandman
en dacht: ' 'k Heb verstand van
de landbouw, waarin ik wel brood zie.'
De zee werd 'm later te hoog:
Overstroming, een doorn in z'n oog,
bracht 'm gans uit z'n doen:
d' opperlandman werd toen
onderzeeman. Hij hield het niet droog.
|